
KRONIEK VAN HET STEENTJE | NL
Jeroen Janssens historicus geeft ons een korte inleiding over de geschiedenis van het “steentje”. De uitzonderlijke eigenschappen van diamant spreken de mens al eeuwenlang aan. Maar pas in de twaalfde en dertiende eeuw kwam in Venetië een eerste handel in edelstenen tot stand.
Waar toen diamant uitsluitend bestemd was voor de schatrijken, werd hij “gedemocratiseerd” tijdens de Kaapse periode. Grote hoeveelheden ruwe diamanten werden naar Amsterdam en Antwerpen gestuurd, de twee enige grote centra waar toen diamant werd bewerkt. De bewerking kende een volledige omwenteling door enerzijds de duizenden karaten die binnen stroomden en anderzijds de industriele revolutie met de komst van stoommachines en later de electrificatie. Gildes waren reeds verdwenen door de afschaffing van hun voorrechten door Napoleon. Het einde van de 19e eeuw weerklonk de revolutie op sociaal en industrieel vlak.
De arbeidsomstandigheden waren voor de diamantbewerkers aanvankelijk slecht, vooral in tijden van crisis konden zij maar moeilijk de eindjes aan elkaar knopen. Onder de bezielende leiding van “briljantsnijder” (diamantsnijder) Henri Polak werd in 1894 de eerste moderne vakbond opgericht: de Algemene Nederlandse Diamantbewerkersbond (ANDB). Deze goed georganiseerde arbeidersbeweging wist als eerste wereldwijd een achturige werkdag en een veertiguren werkweek af te dwingen.
Na de viering van 100 jaar Tolkowsky slijpnormen, mogen wij ook de 450ste verjaardag van Lodewijk Van Berkems (of Berquen volgens de bron) slijptechniek die tot heden nog altijd aan de basis ligt van de huidige diamantbewerking (Niettegenstaande de pogingen van onze noordenburen om dit tegen te spreken) niet vergeten. Zie meer hierover in “Hardheid 10”, Dureté 10” of “Hardness 10”.
Maar belangrijk is ook de sociale geschiedenis die de sector teweegbracht bij het einde van de 19de eeuw, vooral na de ontdekkingen van de Zuid Afrikaanse mijnen. Voor die periode was het vooral de productie uit Brazilië en Borneo die verdeeld werd tussen Amsterdam en Antwerpen. Kleinschalige slijperijen handmatig, met paardenkracht of watermolens werden gebruikt, tot de stoommachine van James Watt verscheen die de industriële revolutie van de 19de eeuw hiermede liet starten.
Einde 19de en begin 20ste eeuw was er ook de opkomst van de arbeidersbewegingen in de nijverheid in het algemeen en meer specifiek in de diamantsector. Dankzij de sympathieke medewerking van emeritusvoorzitter van ADB, Stan Denisse, kreeg ik de mogelijkheid om inzage te nemen in de memoires van vakbondsleiders Jan Bartels, Groesser en Louis Romeo, gerangschikt en verzameld door de secretaris H. Van Doeselaer, die ook een hoofdrol hebben gespeeld in politieke, geestelijke en sociale omwentelingen van die eeuwwisseling. Ook het werk van Vincent Mercier, “Prins Diamant” was een bron van inlichtingen van de eeuwwisseling tot in de jaren 1920.
Red Star Line heeft een belangrijke rol gespeeld met de start van New York als slijpcentrum. In deze 21st eeuw heeft Antwerpen zijn leidinggevende positie verloren, andere centra zijn haar aan het onttronen. Dubaï, Mumbaï en Hong Kong geven talrijke voordelen die Antwerpen, België in Europa niet meer mogen of kunnen geven. Anderzijds was Antwerpen in de jaren 1920 goed voor 75% van de diamantbewerking. Het aantal diamantbewerkers in de “Golden sixties” rond 30.000, werd tegen einde 20ste eeuw naar een paar honderd teruggebracht. Mumbaï en Surat hebben het leeuwen aandeel veroverd met ongeveer 800.000 diamantbewerkers.
|