Hydrothermaal smaragd | NL
Doordat de reactie bij een hydrothermaal proces zich voltrekt in een hermetisch gesloten autoclaaf, lijkt het aspect van de toxiciteit omzeild; tenminste tijdens de kristalgroei. Berylliumverbindingen zoals het hydroxide blijft een extreem giftig goed.
Gekartelde groeilijnen komen zowat in al deze stenen voor: ze lijken op een berglandschap dat zich tegen de horizon aftekent. Wanneer men dit waarneemt, hoeft men er zich enkel nog van te vergewissen dat men niet te maken heeft met de warrelige groeilijnen zoals die ook in natuurlijke robijnen van het marmer-type voorkomen.
Vrij grote tweefasige insluitsels zijn geen uitzondering. Het is aan te raden om eens een gemmologische referentiecollectie of het standaardwerk van Gübelin en Koivula te raadplegen om een beeld te krijgen van hoe deze er uitzien.
Het meest opvallende zijn evenwel minuscule fenakiet-korrels die de kristalgroei zodanig hebben verstoord waardoor ze een soort van spijkervormige indruk hebben nagelaten. Er zijn stenen bekend waarin er zich met tientallen bevinden, allemaal parallel aan elkaar gericht.
Hoe synthetisch smaragd van natuurlijke stenen te onderscheiden?
In feite is het insluitselbeeld het belangrijkste aspect voor de identificatie van smaragd. Verder zijn eensluidende adviezen niet te geven omwille van het feit dat hydrothermale smaragden dichter aanleunen bij natuurlijke stenen dan stenen die in een flux werden vervaardigd. Zo bevatten flux-smaragden geen water, hydrothermale stenen enkel type I water, en natuurlijke stenen zowel type I als II. Met een infrarood-spectrometer kan dit onderscheid heel eenvoudig gemaakt worden.
De fluorescentie van smaragd is eerder een indicatie en zelden diagnostisch. Het is echter wel zo dat er bepaalde synthesen zijn geproduceerd, met name in flux, die een zeer sterke rode reactie vertonen onder UV-straling. Ook onder de Chelsea-filter is die reactie zo uitgesproken, dat er rekening mee dient gehouden te worden dat de onderzochte steen synthetische is.
In sommige gevallen geeft de meting van de brekingsindex en de densiteit veel betere indicaties. Terwijl deze resultaten voor zowel natuurlijke als hydrothermale stenen erg vergelijkbare waarden opleveren, ligt dat net iets anders voor materiaal dat door middel van een flux werd geproduceerd.
Gemiddeld ligt de brekingsindex voor flux-smaragden 0,010 en de densiteit 0,10 lager dan die van natuurlijke of hydrothermale stenen. Hier dient echter wel bij opgemerkt te worden dat een grote hoeveelheid platina-insluitsels de stenen kunnen verzwaren. Ook stenen met veel flux-insluitsels kunnen de stenen lichter maken. Er is eenvoudigweg geen eenduidige conclusie te trekken op basis van brekingsindex en dichtheid; alles hangt af van de samenstelling die een producent gebruikt.
Conclusie
Synthetische smaragden hebben dezelfde samenstelling als hun natuurlijke tegenhangers. Hierdoor hebben ze ongeveer hetzelfde soortelijk gewicht, dezelfde hardheid, brekingsindex en optisch karakter.
De lagere brekingsindex en densiteit en de soms uitgesproken reactie op UV-straling van flux-smaragden gelden als belangrijke indicaties voor hun identiteit. Toch is het specifieke insluitselbeeld van zowel flux- als hydrothermale smaragden doorslaggevend. Opake of gekleurde sluiers en de op een berglandschap aan de einder lijkende warrelige groeilijnen zijn respectievelijk diagnostisch voor flux- en hydrothermale smaragden. In sommige gevallen kan FTIR-spectrometrie nodig blijken.
Wanneer er rapporten gemaakt worden voor deze synthetische stenen, wordt er klaar en duidelijk “synthetisch” vermeld zonder andere bijkomende misleidende of bucolische naamplaatjes zoals voor diamant.
|