Bewerking van edelstenen met uitzondering van diamant | NL
De bewerking van edelstenen, ook kleurstenen genoemd vermits deze zich meestal onderscheiden van diamant door hun kleur, werd tot in het midden van vorige eeuw geheim gehouden door professionele slijpers waar het beroepsgeheim van vader op zoon ging.
De kwaliteit van het slijpen in deze landen ligt opmerkelijk lager dan die van Idar-Oberstein of Genève. Maar vermits de "finish grade" van de kleurstenen een kleinere invloed heeft op de waarde van de steen dan die van diamant, hebben deze centra het grootste deel van de wereldfabricatie in handen. Doch voor de goede kwaliteiten is men verplicht te slijpen of te herslijpen in Europa of de Verenigde Staten.
De kleur speelt de belangrijkste rol bij de edelstenen, en het is nog belangrijker deze kleur te behouden, zelfs ten nadele van de proporties en/of afwerking. Zo zal men bij het slijpen van te donkere stenen niet alleen de stenen vlakker slijpen maar zal men tevens het kollet open slijpen, met als doel de steen een lichter effect te geven. Daartegenover zal men een steen met een te lichte kleur een diepere kollet geven. De gekleurde zone in de steen speelt ook een belangrijke rol in het slijpen; zo zal men soms een kleursteen vinden met een kollet volledig uit het midden, dit om de kleur te behouden
De bewerking kan men verdelen in klieven of zagen (het laatste is echter meer aan te raden wegens de betere afwerking). De verschillende bewerkingen zijn als volgt:
1- Tumbling of polijsten in trommels,
2- Het slijpen van cabochon (halve bol),
3- Het facetteren,
4- Het slijpen van vrije vormen,
5- Glyptiek of graveren.
De bewerking van de drie edelstenen alsook van de kleurstenen is ouder dan het diamantslijpen, de reden ligt natuurlijk in de hardheid van diamant. Diamant heeft een hardheid van 10 op de schaal van Mohs, gevolgd door korund (robijn en saffier) met 9. Dit geeft wel een verkeerd beeld, men zou kunnen denken dat robijn en saffier amper minder hard zijn, niets is minder waar. De Mohs schaal geeft enkel een opsomming, want de werkelijke hardheid gaat men terugvinden in de verschillende sclerometrie schalen. Zo zal b.v. in de schaal van Rosiwal, robijn en saffier op 1000 staan en diamant op niet minder dan 140.000 !
Topaas: 8 op de schaal van Mohs 175,
Kwarts: 7 op de schaal van Mohs 120 zoals ijzer, krast vensterglas,
Orthoklaas (amazoniet, maansteen): 6 op de schaal van Mohs, is te krassen met een stalen vijl,
Apatiet: 5 op de schaal van Mohs, is te krassen met een gewoon mes,
Fluoriet: 4 op de schaal van Mohs, zeer gemakkelijk krasbaar,
Calciet: 3 op de schaal van Mohs, krasbaar met koperen munt,
Gips: 2 op de schaal van Mohs, krasbaar met de nagel,
Talk: 1 op de schaal van Mohs, afschrapbaar met de nagel.
Hierdoor zal men de kleurstenen meestal met korundum kunnen bewerken. Niettegenstaande dat er meer en meer gediamanteerde schijven gebruikt worden.
Wordt vervolgd
|