Het slijpen van cabochon (3) | NL
Dit slijpsel, alhoewel zeer oud in de geschiedenis van de edelstenenbewerking, is zeer gewild voor de niet-doorschijnende kleurstenen en mineralen zoals malachiet, lapis lazuli, rodochrosiet, rhodhonite, onyx, opaal, koraal, tijgeroog, agaat, jade, sodalite, enz. In het kort kan men zeggen dat alle polijstbare stenen in cabochon kunnen geslepen worden, o.a. ook de niet zoveel voorkomende pyriet, fossielen en andere. Ook van doorzichtige stenen, vooral kleurstenen (halfedelstenen), zoals alle kwartsen (amethyst, rookkwarts, kwartsen met rutiel of met dendrieten enz.) kan men cabochon maken, alsook van aquamarijnen, citrien, granaten, en natuurlijk ook van robijnen, smaragden en saffieren die tot de edelstenen behoren, hiervoor neemt men meestal de minder zuivere kwaliteiten.
Men slijpt eerst de onderkant van de cabochon en dit langs de zijkant van de slijpsteen en uit de hand, tussen duim en wijsvinger, zonder te hard aan te drukken. De polijststeen voor de voorbewerking is meestal in silicium carbide of een andere samenstelling van carburandum. De grofheid voor de voorvorm wordt Grein genoemd (grint in Engels en grain in Frans), deze zal 50-70 zijn met een maximum van 100. Dan zal de vorm met een stift getekend worden op de steen, men kan de vorm afzagen of rechtstreek afslijpen. Er zijn aluminium plaatjes met de standaardmaten uitgesneden en in verschillende vormen (rond, ovaal, peer, enz).
Het verstellen
De steen wordt op een stift versteld die kleiner is als de steen, in verwarmde lak zal men de steen verstellen. Dit gebeurt boven een vlam (gas of alcohol) men gebruikt ook elektrische verwarmingsplaten voor meerdere stenen. Na afkoeling is de steen vastgekleefd op de stift.
Het slijpen
De slijper zal de stift tussen zijn vingers op een regelmatige wijze laten ronddraaien, met de hand zal hij dan een op en neergaande beweging maken om de gewenste vorm te bekomen. Dit vraagt natuurlijk ervaring, men moet een mooie ovale of ronde vorm bekomen alsook een perfecte bolvorming krijgen. Bij elke verkeerde handeling b.v. geen regelmatige beweging of te veel druk op de steen, zal men een slechte afwerking als resultaat hebben. De beste controle op de afwerking is er een buislamp te laten op schijnen, die moet perfect recht blijven in alle richtingen. Voor de vormgeving zal men diamantschijven (gesinterd) of carburandum schijven gebruiken. In Duitsland gebruiken de cabochonslijpers grote carburandum wielen van meer dan één meter doorsnede. Maar men kan ook kleinere schijven gebruiken. Een waterafkoeling is onmisbaar om het slijpen te bevorderen en verhitting te vermijden (dit zou de steen doen loskomen).
Het polijsten van de cabochon
In geval men werkt met een verwisselbare schijf moet eerst de beschermingsplaat en het vergaarbakje grondig gereinigd worden om alle voorgaande weggevlogen deeltjes te verwijderen die op de polijstschijf zouden kunnen vallen en de steen krassen. Een edelstenenslijperij moet zo proper zijn als een labo. Men neemt nu een polijstschijf .
|