OP WEG NAAR DE EENMAKING | NL
Vanaf 1 januari 2012 geldt een nieuwe ontslagregel in het kader van de eenmaking van de statuten van arbeider en bediende, die met een contract voor onbepaalde duur aangeworven worden.
Voor de arbeider die 20 jaar dienst heeft, zal hij een opzegtermijn van 129 dagen krijgen, tegenover de 112 dagen in de vorige regeling. Een bediende met dezelfde anciënniteit krijgt 750 dagen, bijna 7 maal meer. Hierbij moet men ook rekening houden met de mogelijke “onterecht ontslag” of “willekeurig ontslag” waar er zes maanden loon moeten uitbetaald worden. Om dit te vermijden moet men over een goed voorbereid dossier kunnen beschikken, o.a. verschillende verwittigingen per aangetekend schrijven, bewijsmateriaal, getuigenissen enz.
De oude crisistoelage wordt vervangen door een ontslagtoelage van de RVA, waarvan het basisbedrag 1.250 € bedraagt, afhankelijk van het regime bij de aanwerving vóór of na januari 2012.
Voor de bediende is er een verlies van 3 à 4 % in de vooropzegperiode, behalve voor de categorie met een lager inkomen dan 30.535 €. Het oud systeem van wettelijk minimum van drie maanden vooropzeg per vijf jaren activiteit blijft van toepassing. Voor de lonen tussen 30.535 € en 61.071 € wordt de procedure eenvoudiger en wordt de formule Claeys niet meer gebruikt voor geschillen, aangezien dit nu wettelijk is vastgesteld.
De nieuwe regeling is nu één maand per jaar anciënniteit met een wettelijk minimum van 90 dagen voor de eerste periode van drie jaren. De vooropzeggingen worden niet meer uitgedrukt in maanden zoals voorheen maar in dagen. Zo zal men na vier jaar een vooropzeg krijgen van 120 dagen enz.
Het Grondwettelijk Hof heeft hierop een termijn vastgelegd, tot 8 juli 2013, datum waartegen de twee statuten helemaal gelijk moeten lopen. Men moet dan ook verwachten dat naast de gelijkstelling van vooropzegperiodes een beslissing zal komen aangaande de ontslagbescherming van arbeiders en bedienden. Indien het heden geen revolutionaire verandering is, is het reeds een stap naar die lang verwachte eenmaking. De arbeiders zien hun vooropzegging met 15% verlengen tegenover de bedienden die 3% à 4% moeten inleveren. Er zal dus nog veel werk zijn alvorens de steeds grote kloof tussen arbeiders en bedienden te doen verdwijnen. Het positieve aspect is dat deze regeling nu juridisch vastligt, dat men de vooropzegtermijnen niet meer hoeft te gaan aanvechten of verdedigen voor de Arbeidsrechtbank.
Voor diegenen die vòòr januari 2012 werden aangeworven geldt het oude systeem nog steeds. Dit heeft als gevolg dat er twee systemen naast elkaar zullen blijven bestaan. Men moet dan wel verwachten dat deze dubbele regeling binnen 10 jaar nog over de helft van de ontslagen werknemers zal kunnen betreffen. De geschillen die hierdoor kunnen ontstaan zullen nog steeds voor de Arbeidsrechtbank moeten opgelost worden. Anderzijds is men toch gestart om met de sociale partners een stap verder te zetten in de goede richting. Deze eerste regeling zal nu als algemene regel worden beschouwd (wel voor de nieuwe contracten) en zal er over de uitbetaalde bedragen of herzieningen geen discussies meer ontstaan.